Momenteel bekijk je deze website in een verouderde browser.

Het verhaal van de Rietkiet 2018

De Rietkieters gaan naar Knillis

Weet je wat de Rietkieters vandaag gaan doen? Ze gaan naar Knillis! Weten jullie eigenlijk wel wie Knillis is? Ja, Knillis is een heel grote carnavalspop, een Oeteldonkse boer, die met carnaval midden op de Markt staat. Alle Oetedonkers zijn hééél erg trots op boer Knillis. Hij is een echte Oeteldonkse boer, zoals alle mannen en vrouwen en alle jongens en meisjes in Oeteldonk zich ook boer voelen.

Knillis wordt altijd een paar dagen vóór carnaval met een héle grote takelwagen op de markt neergezet. Hij is heel groot, een soort reuzenboer is hij. Olle d’n Oliebollenfant was heel blij en hij riep tegen alle Rietkieters dat ze moesten opschieten, zo graag wilde hij naar Knillis. Iedereen trok zijn jas aan, want het was een beetje koud buiten. Het sneeuwde en alle straten waren wit geworden. Kinderen maakten van de sneeuw een hel mooie sneeuwpop, je weet wel met ogen die ze van knikkers maken en de neus van de sneeuwpop hadden ze gemaakt met zo’n mooie oranje wortel.

Lisje en Dotje dansten van plezier. Kriep strooide van die mooie gekleurde confetti op staat en heel lange slierten serpentine. Hij maakte er een echt feest van. En Anna strooide allemaal kleine wolkjes poedersuiker op de sneeuw. Je zag bijna geen verschil meer tussen de sneeuw en de poedersuiker. Kijk, daar was Knillis al. Lou Lorrelaar zei dat iedereen maar naar Knillis moest rennen. Dat deden ze. Vip was er het eerste, want hij vond het heel erg belangrijk om er het eerst bij te zijn. Olle was er als tweede en Mirabel Libel kwam er als derde aangevlogen.

Toen zagen ze iets heel vreemds. Iets heel ergs eigenlijk. Toen ze naar die Knillispop keken zagen ze dat Knillis geen boerenkiel meer aanhad. Knillis stond daar op zo’n podium, helemaal in zijn blootje! Nou ja, niet helemaal in zijn blootje, hij had gelukkig nog wel zijn broek en zijn schoenen aan. Maar hoe kon dat nou? Dat hoort toch niet? Dat is heel erg! Knillis moet met carnaval een boerenkiel aan, toch? Je kunt toch geen carnaval in Oeteldonk gaan vieren in je blootje, buiten in de sneeuw? Carnaval in Oeteldonk kan helemaal niet doorgaan als Knillis geen boerenkiel aan heeft! Wie heeft dat nou gedaan, wie doet er nou zoiets? Folliefou werd er een beetje verdrietig van, hij vond het écht niet leuk meer.

Toen, opeens, gebeurde het. Olle zag achter Knillis iets bewegen. Iets heel erg groots. Het was zwart. En een beetje grijs. O ja en er zat ook iets donkergroens bij. En het gromde. Het was een soort…beest. En dat beest had zich verstopt, achter Knillis. En dat rare, grote, zwarte beest gromde een beetje. Zagen ze dat nou goed? Het was, het was, het was Duts, het giga, mega grote Oeteldonkse moerasmonster! Wat deed dat beest daar bij Knillis. Duts, het Oeteldonkse moerasmonster was aan het eten. En weet wat hij aan het opeten was? De mooie blauwe boerenkiel van Knillis!

Duts begon opeens enorm te brullen en te grommen. Hij deed zijn bek met grote tanden wagenwijd open. Je kon heel goed zien dat die Duts zijn tanden echt nooit, maar dan ook nooit poetste. Ze waren groen en geel en je kon ze zelfs een beetje ruiken die tanden, zo vies waren ze. Bwèèèh! GRRRRROMMMMM en BRRRRULLLL deed Duts. Toen met een hee grote hap, hapte Duts naar de broek van Knillis.

Duts zette zijn grote tanden in de broek van Knillis. De broek kraakte eventjes Krrrrak, zei de broek en in één grote hap slikte Duts d’n Dommelaar de broek van Knillis weg, en hij kauwde de broek helemaal kapot in zijn grote bek. Lisje en Dotje gilden van schrik. Anna liet al haar oliebollen op de grond vallen en VIP en Lou konden alleen nog maar stotteren. Wwwwat wwwas ddddat nnnou? En Stoer, wat deed Stoer? Hij kon alleen nog maar heel boos kijken.

Och die arme Knillis! Daar stond ie dan, helemaal alleen in zijn blootje, buiten in de kou. Je zou er haast van gaan bibberen! Geen kiel had Knillis meer, geen broek meer en geen klompen meer, want die had Duts ook nog opgegeten! Was Knillis nu helemaal bloot? Nee, gelukkig, hij had nog wel een onderbroek aan. Het was eigenlijk best wel een mooie onderbroek, in de kleuren rood-wit-geel, de Oeteldonkse kleuren dus. Maar ja, het is natuurlijk écht geen gezicht, zo’n bijna blote boer, midden op de Markt van Oeteldonk.

Maar ja, zo kun je toch geen carnaval gaanvieren, alleen maar in je onderbroek? Knillis kon zich zo echt niet op zondagmiddag aan alle Oeteldonkers laten zien! Dit was heel erg! Zo kan carnaval écht niet meer doorgaan. Carnaval, het allerleukste feest dat er op de hele wereld bestaat! Waar was Duts Dommelaar nu, dat grote brullende moerasmonster. O, daar! Duts was langzaam naar echt midden van de Markt gekropen. Hij brulde nog één keer heel erg hard, wel zó hard dat de klokken van de Sint Janstoren er van begonnen te luiden. Bing bong, deden de klokken, bing bong. Toen sprong Duts d’n Dommelaar plotseling op de rand van de put op de Markt. Hij keek even naar beneden en toen, plons, verdween het moerasmonster Duts in de put op de Markt.

De Rietkieters keen elkaar geschrokken aan. Dit was belachelijk en heel erg erg! Carnaval kan niet meer doorgaan! Geen Feest meer, geen prins, geen optocht geen boerenkielen meer, want Knillis mag er niet zo bij staan! Wat moesten ze nu doen? Olle d’n Oliebollefant dacht heel eventjes heel diep na. Alle Rietkieters begonnen na te denken. We halen Knillis gewoon weg, zeiden Lisje en Dotje. Nee, dat was geen goede oplossing. Zonder Knillis is er geen carnaval. Zal ik een deken over hem heen gooien, dan zien de mensen niet dat Knillis bloot is, zei Lou. Dat was ook geen goede oplossing, want de Oeteldonkers moeten Knillis kunnen zien.

We kunnen hem bedekken met de Oeteldonkse vlag, dacht Anna slim. Maar dat is ook geen goede oplossing, want Knillis moet toch echt een boerenkiel aan. Toen zei Olle opeens dat hij het wist. Hij keek naar Kriep. “Kriep, jij bent toch heel handig? Jij kunt toch heel goed knutselen? Mooie leuke nieuwe dingen maken en zo?” Kriep vond zichzelf eigenlijk ook wel best handig, eerlijk gezegd. 0Jij hebt toch een naaimachine en je hebt toch ook naalden en garen en knopen en zo, spullen waarmee je zelf een kiel kunt maken?” Ja, dat had Kriep allemaal. “Nou”, zei Olle vrolijk, “dan gaan we met zijn allen een heel mooie nieuwe kiel en een nieuwe broek voor Knillis maken.”

En dat deden ze. Stoer beloofde dat hij naar de schoenmaker zou gaan om speciaal voor Knillis hele grote nieuwe klompen te kopen. Ze gingen naar de werkplaats van Kriep. Iedereen hielp mee, het werd gewoon een heel groot feest van samen knutselen, samen werken en samen lachen. Binnen een uur hadden ze een prachtige gloednieuwe boerenkiel voor Knillis gemaakt en ook een mooie bruine broek. Dansend en zingen gingen de Rietkieters weer terug naar de Markt. Daar stond nog zo’n grote takelwagen en daardoor konden zede nieuwe kleren omhoog takelen naar Knillis. Zo, nu had Knillis weer een kiel, een nieuwe broek en mooie klompen van wilgenhout.

Gelukkig maar, nu kon het Oeteldonkse carnaval weer doorgaan. Met allemaal blije Oeteldonkers die komen feesten vlakbij Knillis. Op de markt, op de Parade in de cafeetjes. Gezellig! Gaan jullie ook mee carnaval vierenCarnaval in het leukste dorp van de hele wereld? Ga je ook mee feest vieren? En kom je ook kijken naar de jeugdprins op zaterdagmorgen als hij en zijn adjudant in een bootje Oeteldonk komen binnenvaren. Nou, dan gaan we dat doen met zijn allen. Leve de jeugdprins! Leve carnaval! Leve Oeteldonk!

© Rietkiet Oeteldonk 2018