Het verhaal van de Rietkiet 2021
Olle en de Rietkieters maken moeraslimonade
'n Kèi gezèllig Oeteldonks veurleesverhaol over de Oeteldonkse Rietkieters
Hallo allemaal, bovenste beste lezers van de verhalen van Olle d’n Oliebollenfant! Ik ben Gustav, het bootsmannetje, en ik woon in de Oeteldonkse Rietkiet. Ik ga jullie vandaag het áller, áller gloednieuwste Rietkietverhaal vertellen. Kéi nuwt!
Oeteldonkertjes, wat een prachtige dag is het toch vandaag, zeg! Het zonnetje straalt aan de hemel door de wolken heen en de vogels in de bomen fluiten hun mooiste liedjes! Ze laten jou weten dat het grote feest carnaval er snel zal zijn en dat het daarna al vlug lente wordt. Dan komen er weer blaadjes aan de bomen en dan gaan er net zoals alle jaren de mooiste en prachtigste bloemen bloeien, die zóó heerlijk ruiken dat je er helemaal blij van wordt! Je wordt er echt zo vrolijk van, dat je bijna niet meer kunt stoppen met lachen!
Kom, ga even mee naar de Rietkiet, daar wonen de Oeteldonkse Rietkieters. Die Rietkieters zijn al jáááren lang vrienden van elkaar. Het áller, állerliefst vieren ze de hele dag carnaval. Ze lachen en ze dansen en ze feesten soms wel urenlang met elkaar. En ze zeggen dan tegen elkaar dat Oeteldonk het mooiste en grappigste dorp is van de héééle wereld! Die Rietkiet is een heel gezellig huisje, dat, je raadt het al, gemaakt is van riet. Iedereen zou wel in die Rietkiet willen wonen, zo gezellig is dat huisje van riet. Je weet wel, riet, dat Iijkt een beetje op gras. Maar riet is veel langer dan gras en je ziet het vaak staan bij een rivier of een sloot, want riet houdt van water en aan het water groeit het ’t best. Je moet maar eens goed kijken of je ook wel eens riet ziet, als je langs een sloot loopt.
In het water van die rivier of sloot hoor je heel vaak van die mooie, knàlgroene kikkers kwaken. Vandaag ook weer. Luister maar eens goed: kwaak, kwaak! Ja, je hoort het goed: kwaak, kwaak! Die kikkers zie je bij het water, vlakbij de Rietkiet. De Rietkieters vinden die kwakende kikkers heel erg leuk. Ze vinden dat dat gekwaak klinkt als een heel erg mooi lied. Een Oeteldonks lied. Een Oeteldonks carnavalslied. Als je héél, héél erg goed luistert, dan hoor je nóg een geluid. Luister maar. Hoor je het? Blub, blub! Blub, blub! Het lijkt wel of er iets borrelt in het water! Ja, echt, er borrelt iets omhoog. Kijk eens goed in het water! Zie je dat? Er komen kleine belletjes lucht omhoog geborreld. Dat hoort ook zo, want de Rietkiet staat vlakbij het water, Oeteldonks moeraswater. En dat borrelt altijd.
Zo, even de deur opendoen, voetjes vegen en nog een deurtje verdergaan. Zullen we eens even binnen, in de woonkamer van de Rietkiet gaan kijken? Kom maar, eventjes zien wie er allemaal binnen zijn. Wie staat daar aan het fornuis in een pan te roeren met een lepel? Ja, ja, dat is Annabel, Annabel de oliebollenbakster. Annabel bakt één keer per week van die heerlijke, super grote oliebollen voor de Rietkieters. Mmmm, lekker, zeg! En daar strooit ze dan héél veel van die zachte, zoete poedersuiker over. Jammie, jammie!
Maar vandaag bakt Annabel geen oliebollen. Nee, ze is iets héél anders aan het doen. Annabel maakt vandaag haar eigen……………… moeraslimonade! Moeraslimonade? Weet jij wel wat dat is? Heb jij dat wel eens gedronken? Nee? Ik zal het je vertellen. Moeraslimonade kun je drinken met een rietje en dan voel je allemaal bubbeltjes spatten in je mond. Spatterdespat, voel je dan op je tong. Lekker gevoel is dat, zeg! Annabel maakt die limonade helemaal zelf. Leuk hè, zelf limonade maken! Heb jij dat ook wel eens gedaan? Samen met je moeder of vader? Of met je opa of oma? Weet je hoe dat moet?
Als Annabel moeraslimonade gaat maken, dan roept ze alle Rietkieters bij zich. Ze vraagt dan aan de Rietkietzusjes Lisje en Dotje of ze naar het Smak-en-smulbos willen gaan om daar wel 44 appels te gaan plukken. Vier keer 11 appels, da’s écht héél veel joh! Lisje en Dotje zijn tweelingzusjes. Ze zijn dus even oud en ze lijken erg veel op elkaar. Ze zijn heel vrolijk, want ze zingen en dansen bijna de hele dag. Lisje en Dotje vragen dan aan alle Rietkieters om samen met hen appels te gaan plukken. Folliefou, die gekke paradijsvogel, gaat heel graag mee. Die vogel is echt dól op appels. Jij ook? Lou Lorrelaar en Kriep de Creakrekel zijn er natuurlijk ook bij en die twee maken onderweg altijd heel veel grapjes met elkaar.
Ook Stoer, de schildjeswachter, gaat steeds weer mee om op te letten of alles wel goed gaat. Als hij denkt dat er gevaar is, dan roept hij met een heel zware stem: ‘Ho, ho, voorzichtig daar!’ Of: ‘Let heel goed op, anders val je!’ Dat is best fijn als je iemand hebt die heel goed oplet. Vip, het Stekenbaasje, gaat ook graag mee, want als hij vindt of ziet dat er iets belangrijks gebeurt, dan staat hij altijd meteen met zijn grote neus vooraan om er bij te zijn. Lekker belangrijk, zo vindt hij zichzelf. Alle Rietkieters gaan mee om appels te plukken. Ook Mirabel Libel en Olle d’n Oliebollefant. Aan het einde van de rij sjokt Liflaf, de klodderkikker, er een beetje achteraan.
Heel de stoet Rietkieters gaat naar het Smak-en-smulbos, waar héél veel appelbomen staan. Annabel heeft precies gezegd welke appels ze moeten plukken. Gele appels? Jazeker, want die zijn lekker sappig en zoet. Rode appels ook, want die zijn zo heerlijk zacht om in te happen. Maar de belangrijkste appels zijn toch wel de groene appels. Daarvan wil Annabel er de meeste hebben. Die groene appels zorgen ervoor dat de limonade een prachtige, heldere, groene kleur krijgt. Annabel is altijd erg blij als de Rietkieters met veel appels thuiskomen. Dan kan ze lekker extra veel moeraslimonade maken.
Vandaag is het dus zover: het is moeraslimonade-dag. Alle Rietkieters gaan naar binnen, de Rietkiet in, en ze hebben manden vol appels uit het Smak-en smulbos meegenomen. Annabel is er erg blij mee. Ze roert in een grote pan. Ze heeft de pan gevuld met Oeteldonks moeraswater. Die heeft Liflaf de klodderkikker in een emmer uit het Oeteldonkse moeras gehaald. De pan staat op het fornuis, met een vuurtje eronder. Het moeraswater wordt na een poosje heet en dan begint het te borrelen. Dat is een belangrijk moment, want dan gooit Annabel de appels in het moeraswater, maar ook nog moeraskruiden erbij, om de limonade nóg lekkerder te maken. Ze moet zeker een uur lang met een grote houten lepel in de pan roeren. Ik denk dat ze er ook nog wat honing bij doet. En kruiden, héél veel kruiden. Wat voor kruiden eigenlijk? Dat is een geheim, dat wil Annabel echt aan niemand vertellen. Alleen Olle d’n Oliebollenfant weet hoeveel kruiden er nodig zijn. Aan niemand anders wil Annabel er iets over vertellen. Ze vindt het leuk om dat geheim te houden. Niemand in Oeteldonk maakt zulke lekkere limonade als Annabel.
De Rietkieters gaan aan tafel zitten als de limonade klaar is. Natuurlijk moet de limonade eerst koud worden, want warme limonade is écht helemaal niet lekker. Als de moeraslimonade heel goed koud is, ijs- en ijskoud, dan pas kun je ervan drinken. Annabel zet de glazen op tafel en ze schenkt de glazen vol. Voor iedereen een glas. Ze zet er een grote schaal Koekwauzen bij. Koekwauzen zijn gruwelijk lekkere Oeteldonkse koeken met een gat in het midden. Daar kun je je vinger doorsteken. Lekker makkelijk om vast houden, zo’n koek. Blub, blub, borrel, borrel, doet de limonade. Dat is me toch lekker drinken, zeg, samen met zo’n overheerlijke koek!
De Rietkieters drinken álle groene moeraslimonade op, zo’n dorst hebben ze. Weet je, ik moet je nog wel even vertellen dat het eigenlijk helemaal mis ging met die bijzondere limonade gisteren! Toen zaten de Rietkieters ook aan tafel, net als nu. Toen Annabel thee inschonk, hoorden ze in de rivier de Dommel, die vlakbij de Rietkiet is, plotseling een borrelend geluid. Even leek het erop of dat het geluid was van borrelende moeraslimonade. Blub, blub……blub, blub, borrel-de-borrel, borrel-de-borrel, zo klonk het. Olle keek naar de andere Rietkieters. Dat was toch écht niet helemaal hetzelfde geluid als van die groene appellimonade! Annabel had de moeraslimonade aan de kant van de rivier gezet, dan kon dat groene drankje lekker koel worden. O,o, had ze dat maar niet gedaan!
Want toen, heel plotseling, klonk er een enorm……….. brullend geluid uit de rivier de Dommel. Olle en de Rietkieters renden naar buiten, maar het was al te laat. Met een enorme klap met zijn staart op het water sprong Duts, het moerasmonster, uit het water omhoog. De Rietkieters schrokken zich een aap, dat kun je je wel voorstellen natuurlijk! Duts het moerasmonster, met zijn grote bek! Hij lijkt een beetje op een draak, maar hij is véél viezer. Hij heeft gruwelijk grote gele en groene tanden en hij stinkt enorm uit zijn mond. Bah! En weet je wat hij deed? Met één hele grote slurp dronk hij in één keer de hele emmer met moeraslimonade leeg! Vreselijk! Die lekkere limonade! Annabel en Olle en de Rietkieters hadden daar de hele dag aan gewerkt! Annabel had deze keer wel twee uur lang in de pan geroerd. Al dat werk: voor niets! En het was nog wel de limonade die ze met carnaval samen wilden opdrinken!
Olle d’n Oliebollefant rende naar binnen en hij kwam naar buiten met een mand vol met…….. carnavaltoeters. Hij gaf snel aan alle Rietkieters zo’n toeter. Met z’n allen gingen ze knoerthard blazen op die toeters. Toet-toet, tèt-tèt, zo ging het. Het leek wel carnaval! Duts, het moerasmonster, schrok zich een hoedje. Moerasmonsters houden namelijk helemáál niet van carnaval. Dat was slim bedacht van Olle! Het moerasmonster werd ontzèttend bang van al dat getoeter. Snel plonsde dat stomme beest weer in het water. Binnen één minuut was Duts weggezwommen en verdwenen. Gelukkig maar!
Maar ja, de groene moeraslimonade was nou wel helemaal op. Echt helemaal op. Er was niets meer. De Rietkieters waren er heel verdrietig over. ‘Die Duts is gewoon een gemene, vieze, stinkende dief!’ zei Lou Lorrelaar boos. “Als ik hem nog een keer zie, dan gooi ik hem in de gevangenis!’ Zei Stoer heel erg stoer. Maar Annabel lachte al weer. ‘Kom jongens, we gaan hier niet met zijn allen de hele dag verdrietig zitten wezen. We maken morgen gewoon weer een nieuwe, nóg grotere emmer vol heerlijke limonade. Ik heb nog appels, honing en kruiden genoeg!’
En daarom hebben de Rietkieters vandaag opnieuw moerasdrank gemaakt. Weet je, het is zóóó gezellig om samen groene limonade te drinken met carnaval! Samen aan tafel en dan spelletjes spelen, liedjes zingen, praten en babbelen en dansen met elkaar. Je wordt er al vrolijk van als je eraan denkt! Vraag maar eens aan je vader of moeder of ze samen met jou moeraslimonade willen maken. Dat is heel makkelijk, want je kunt in de winkel van die groene limonadesiroop kopen, dat lijkt al een beetje op moeraswater. Als je daar dan van dat bubbelende bronwater doorheen roert, dan heb je echt moeraswater. Daar moet je dan natuurlijk wel van die mega lekkere, groen-witte kikkersnoepjes bij eten. Die ken je wel, die heb je wel eens opgesnoept, denk ik. Echt verrukkelijk lekker zoet zijn die snoepjes, dat kan ik je wel vertellen. Daarna moet je natuurlijk wel heel erg goed je tanden poetsen, anders krijg ook van die gele en groene tanden, net als Duts het moerasmonster. Brrr, dat moet je niet willen, hoor!
Lieve Oeteldonkertjes, dit was dan weer het Moerasverhaal van de Rietkieters. De Rietkieters hopen dat je een héél, héél, héél erg fijne carnaval gaat vieren. Gruwelijk fijn, gewoon! Dit jaar kun je heel veel naar carnaval op je computer kijken. Kijk daar maar goed naar wat er allemaal gebeurt in Oeteldonk. Vraag maar aan je vader of moeder. Want het mooiste en leukste carnaval, dat vier je alleen maar in het prachtige feestdorpje Oeteldonk. Daar hoor jij bij, net als alle andere Oeteldonkers. Leve Oeteldonk! Leve de jeugdprins en zijn adjudant! Leve carnaval!
O ja, en wil je nog een paar échte Oeteldonkse woordjes leren? Kijk maar eens hieronder. Een paar keer oefenen en dan ken je ze al! Heel leuk om te leren, Oeteldonkertjes! Dag, Dag!
Groetjes en kusjes van álle Rietkieters!